14 mei 2012

Achtergrond van het Griekse probleem

Ook de vierde en laatste poging om tot een nieuwe Griekse regering te komen lijkt te mislukken. Nieuwe verkiezingen zijn dan onvermijdelijk. De Griekse kiezer strafte vorige week zondag de twee grote partijen af die sinds de val van het kolonelsbewind om beurten aan het bewind waren.

Terugkeer van de democratie

Tussen 1967 en 1973 werd Griekenland bestuurd door het kolonelsregime, als gevolg van een militaire staatsgreep. In 1974 keerde de democratie terug en werd de grondwet van 1952 opnieuw in werking gesteld. Sindsdien maakten twee politieke partijen de dienst uit: de socialistische partij PASOK en de conservatief-liberale partij Nea Demokratia (ND). Twee Griekse families speelden een dominante rol binnen deze partijen: de familie Papandreou in de PASOK en de familie Karamanlis in Nea Demokratia. Griekenland werd lid van de NAVO en sloot zich in 1981 aan bij de EEG (Europese Economische Gemeenschap).

De PASOK en ND hebben afwisselend met een absolute meerderheid kunnen regeren. In de jaren negentig ging het Griekenland economisch voor de wind en verkreeg Griekenland toegang tot de Eurozone. Achter het succes zaten echter vele problemen verscholen.
Een tank tijdens de staatsgreep van 1967.

Corruptie

Beide partijen werden regelmatig geteisterd door corruptieschandalen. Corruptie en het bestaan van een grote clandestiene sector was en is een groot probleem in Griekenland. Volgen onderzoekers betaalden Grieken vorig jaar bijvoorbeeld gemiddeld 1.355 euro aan smeergeld in de publieke sector en 1.671 in de private sector. Volgens de OESO (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling) was de omvang van de clandestiene sector 65 miljard euro oftewel 25% van het BBP, (het bruto Binnenlands Product). Dat betekende weer 20 miljard aan niet-betaalde belastingen.

Transparancy International,een organisatie die als doelstelling heeft corruptie wereldwijd te bestrijden, waarschuwde dat het corruptienetwerk in Griekenland zeer nauw verweven is met zowel de regering als het zakenleven. De vele wetten die de corruptie moeten indammen werken niet omdat ze ofwel in de praktijk zelden worden toegepast, ofwel omdat er achterdeurtjes zijn via welke toch geld doorgesluisd wordt
.
Schuldenval

Het land liep zo gigantische bedragen een belastingen mis. En de staatsschuld liep op. De internationale bankencrisis van 2008 verergerde  de situatie. Griekenland raakte in een “schuldenval”: door de slechte financiële toestand van het land, het enorme begrotingstekort en de onzekerheid of de schulden wel terugbetaald konden worden moest er een hogere rente worden betaald bij de aflossing van schulden. Een vicieuze cirkel trad in van steeds hogere rentelasten en een steeds hogere schuldenberg. Griekse politici gaven nooit te kennen hoe de werkelijke financiële situatie ervoor stond. Het ontbrak de Europese Unie nog aan goede controle mechanismen.

Opeens werd twee jaar geleden duidelijk dat de Griekse schulden niet meer betaald konden worden en de EU en het IMF redding moesten brengen. En dat gebeurde alleen als Griekenland draconische bezuinigingen doorvoerde om de staatsuitgaven te beperken. Ook vereiste de EU maatregelen om het belastingsysteem te hervormen en corruptie te bestrijden.

Armoede

Apostolos Doxiadis, een Griekse schrijver, laat in de Engelse krant in The Guardian weten dat de huidige crisis in Griekenland het gevolg is van een 30 jaar lang heersend  “ineffectief, incompetent en corrupt politiek establishment” dat politiek beschouwde als “een mechanisme om gunsten uit te ruilen tegen stemmen”. En nu heeft dat alles grote gevolgen voor de Griekse bevolking. In 2011 bevond al 33% van de bevolking zich onder de armoedegrens.

De jeugdwerkeloosheid steeg van 22 tot ruim 48%. Sommige families bieden hun kinderen ter adoptie aan omdat zij hen niet kunnen voeden, velen blijven verstoken van medische zorg. Twintigduizend Grieken zijn in 2011 dakloos geworden. Het zelfmoordcijfer, altijd een van de laagste in Europa, was in maart 2012 gestegen met 40%.

Radicale partijen
De voormalige  Griekse
minister-president George Panadreou
en José Manuel Barroso van de
Europese Commissie na hun
ontmoeting 20 juni 2011.

De kiezers lijken zich nu geheel te hebben afgekeerd van de gevestigde politieke partijen en zijn alle kanten op gevlogen, naar links en naar rechts. Op de uiterste rechterflank bevindt zich de partij Gouden Dageraad. Deze nazistische partij floreert op de angst voor de hoge aantallen illegale immigranten en vindt geweld tegen hen geoorloofd. Met enige regelmaat verschijnen er knokploegen van Gouden Dageraad op straat om illegalen in elkaar te slaan. Een van de doelen die zij nastreven is het uitzetten van alle immigranten, zowel legale als illegale. Bij de verkiezingen van afgelopen zondag behaalden ze 7% van de stemmen en daarmee 21 zetels in het parlement.

Aan de andere kant van het politieke spectrum bevindt zich de links-radicale partij SYRIZA. Deze partij is niet tegen de euro en wil binnen de EU blijven maar wijst de door  Europa opgelegde bezuinigingen af. Vorige week zondag haalde deze partij 16.8% van de stemmen en daarmee 52 zetels. De peilingen wijzen uit dat bij nieuwe verkiezingen SYRIZA wel eens de grootste partij zou kunnen worden. Hoe het ook zij, een positief vooruitzicht is er voor veel Grieken nog niet.

De vlag van de Gouden Dageraad.

Geen opmerkingen: