Nederland werd in de tweede helft van de jaren 70 opgeschrikt door gewelddadige kapingen en gijzelingen door Molukse jongeren. Een kleine kwart eeuw eerder, in 1951, waren de Molukkers naar Nederland gekomen. Het waren militairen van het KNIL (Koninklijk Nederlands Indisch Leger) en hun gezinnen. Na de onafhankelijkheid van Indonesië werden zij gezien als handlangers van de Nederlandse kolonisator. In de onderhandelingen had Nederland bedongen dat het onafhankelijke Indonesië een federale staatsstructuur zou krijgen. Hierin zouden de Molukken nog enige zelfstandigheid hebben. Soekarno maakte daar echter meteen korte metten mee. Indonesië werd een gecentraliseerde eenheidsstaat.
RMS
In reactie hierop riepen de Molukkers de onafhankelijke Republik Maluku Selatan (RMS) uit. Een Indonesische inval op de Molukken maakte daar al snel een einde aan. Besloten werd om de KNIL-Molukkers tijdelijk over te brengen naar Nederland totdat ze terug zouden kunnen naar een eigen staat op de Molukken. Vijfentwintig jaar later was duidelijk dat daar niets meer van terecht zou komen.
Treinkaping bij Wijster
Op dinsdagochtend 2 december werd de stoptrein Groningen-Zwolle door gewapende Molukse jongeren tot stilstand gebracht in de weilanden bij Wijster. De machinist werd doodgeschoten. De Molukkers eisten van de Nederlandse regering erkenning van de RMS. Toen hun eisen niet werden ingewilligd schoten ze twee passagiers dood. Hun lichamen bleven dagenlang naast de trein liggen. De kapers wilden niet dat ze werden weggehaald.
Kapers verlaten de trein bij Wijster. |
Treinkaping bij De Punt
Anderhalf jaar later was het weer raak. Op 23 mei 1977, om negen uur ’s morgens, werd de intercity Assen-Groningen tot stoppen gedwongen bij het dorp De Punt in de provincie Drenthe. De machinist en de hoofdconducteur werden door gewapende Molukkers de trein uitgezet. Even later slaagden 45 passagiers erin te vluchten. De overige 40 passagiers werden 20 dagen lang gegijzeld. Tegelijkertijd werd in het Drentse Bovensmilde een lagere school bezet. Hier werden 105 kinderen en 5 onderwijzers gegijzeld. De kapers dreigden de school en de trein op te blazen als de Nederlandse regering niet tegemoet zou komen aan hun eisen. Die eisen waren: erkenning van de RMS, vrijlating van de 21 Molukkers die vast zaten vanwege de eerdere terreuracties en een vrije aftocht.
Militair ingrijpen
Ook nu bemiddelden vooraanstaande Molukkers tussen de kapers en de Nederlandse regering. Omdat de onderhandelingen niets opleverden en de situatie van de gegijzelden na bijna drie weken ernstig verslechterde, werd besloten met geweld een einde te maken aan de kaping. Op zaterdagochtend 11 juni werd de aanval geopend door zes Starfighters die drie keer zeer laag over de trein vlogen. Daarbij werd een oorverdovend lawaai geproduceerd. Mariniers van de BBE, de Bijzondere Bijstands Eenheid, bestormden vervolgens de trein, die doorzeefd werd met kogels. De mariniers wisten door afluisterapparatuur precies waar de kapers zich bevonden. Een maal in de trein openden de mariniers gericht het vuur op de Molukkers.
Het bevel was om met scherp te schieten. Dit zou noodzakelijk zijn geweest om wraak op de passagiers te voorkomen. Bij de bestorming werden twee passagiers, een 19 jarige vrouw en een 40-jarige man gedood. Van de negen kapers kwamen er zes om. Het leger werd ook ingezet om bezetting van de lagere school in Bovensmilde te beëindigen. Hier gaven de Molukkers zich zonder verzet over. De kinderen waren overigens al eerder vrijgelaten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten