De pigment die men vond in de inktresten komt veelvuldig voor in het dierenrijk. Zo gebruiken vogels het voor hun veren, inktvissen voor hun inkt en mensen voor hun huid. Het stofje heeft de eigenschap zonnestraling te weren en als camouflage middel te dienen. Nu is vastgesteld dat deze pigment al voorkwam in het inkt van 160 miljoen jaar oude inktvis-achtigen.
“We werende allemaal vrij enthousiast toen we deze oeroude fossielen zagen”, zegt scheikundige John Simon, verbonden aan het onderzoek naar de inkt. Het vinden van het pigment was geen gemakkelijke opgave. “Het zwarte spul is moeilijk om te bestuderen met een spectroscoop, omdat het pigment licht absorbeert”, beweert Simon. Met behulp van de nieuwste technieken wisten de scheikundigen de pigment echter te ontdekken.
Dat de inkt van inktvissen al die miljoenen jaren onveranderd is gebleven, wekt bij Simon geen verbazing op. Hij zegt: “het is een zeer goed defensief mechanisme”. Het bestuderen van zachte weefselresten is volgens hem een stap vooruit in de paleontologie.
Een van de gevonden fossiele inktresten. Bron: British Geological Society via National Geographic. |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten