Het concept Microkrediet bestond al in de Romeinse Oudheid. Voor vrouwen bood het een mogelijkheid om wetgeving die hen economisch ernstig beperkte te omzeilen. Dat blijkt uit een studie van Carmen Lazaro, hoogleraar Romeins Recht aan de Spaanse Jaume I universiteit.
Vrouwen in het Romeinse Rijk stonden hun hele leven lang onder voogdijschap van mannen. In principe dat van hun vader: de pater familias. Alleen Vestaalse Maagden, de Romeinse priesteressen, kwamen onder deze voogdijschap uit. Na de dood van de vader ging de voogdijschap over op het meest naaste mannelijk familielid, soms, maar lang niet altijd, hun echtgenoot. Deze voogd moest in principe toestemming geven voor allerlei handelingen die vrouwen wilden verrichten zoals het aanvaarden van een erfenis, het opstellen van een testament of het aangaan van contractuele verplichtingen. Pas eind derde/begin vierde eeuw, onder keizer Diocletianus, werd deze voogdijschap over vrouwen afgeschaft.
In de praktijk
Overigens was de praktijk heel wat weerbarstiger dan
de wetgeving deed vermoeden. Allerlei bepalingen beschermden de vrouwen
enigszins tegen willekeur van hun voogd. Zo konden zij, als de voogd hen
toestemming om bepaalde handelingen te kunnen verrichten onthield, die
toestemming bij de magistratuur afdwingen. Ze konden zelfs vragen om een andere
voogd. Sommige vrouwen trokken zich überhaupt niets aan van een voogd en gingen
geheel eigenmachtig hun eigen gang, zoals de puissant rijke Terentia, de
(ex-)vrouw van Cicero. Onder keizer Augustus hadden vrouwen die drie kinderen
gebaard het recht om van haar voogd verlost te worden: het Jus Liberorum. Door het baren van drie kinderen was ze haar
verplichtingen aan Rome nagekomen en had ze bewezen een verantwoord
handelend wezen te zijn.
Microkrediet
Om de hen opgelegde beperkingen te omzeilen
ontwikkelden vrouwen onderling een systeem dat trekjes vertoont van
het huidige microkrediet concept. Voor het aan elkaar lenen van geld was geen
toestemming van de voogd of de autoriteiten nodig. Vrouwen konden elkaar kleine
bedragen lenen met als onderpand persoonlijke bezittingen als juwelen.
Deze leningen stelden vrouwen in staat een bedrijfje op te zetten of in de
handel te gaan. Vrouwen stonden bijvoorbeeld aan het hoofd van scheepstransportondernemingen.
Ze hielden zich bezig met de productie van kleding en schoeisel. Sommige
vrouwen handelden in luxegoederen en voedingsmiddelen. Anderen leidden een
bestaan als herbergierster.
Deze
economische activiteiten van vrouwen waren natuurlijk ook het gevolg van het
feit dat mannen vaak langdurig afwezig waren op militaire campagnes. En er
waren veel weduwen in Rome. Lazaro heeft bewijzen van het bestaan van dit
Romeinse microkredietsysteem gevonden in verschillende bronnen, literaire
geschriften, inscripties en opschriften. Zo blijkt uit een in Pompeii gevonden
opschrift dat ene Faustilla geld uitleende tegen een rente van 6,25%.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten