8 mei 2012

Romeinse vrouwen gebruikten microkrediet



Het concept Microkrediet bestond al in de Romeinse Oudheid. Voor vrouwen bood het een mogelijkheid om wetgeving die hen economisch ernstig beperkte te omzeilen. Dat blijkt uit een studie van Carmen Lazaro, hoogleraar Romeins Recht aan de Spaanse Jaume I universiteit. 

Vrouwen in het Romeinse Rijk stonden hun hele leven lang onder voogdijschap van mannen. In principe dat van hun vader: de pater familias.
Alleen Vestaalse Maagden, de Romeinse priesteressen, kwamen onder deze voogdijschap uit. Na de dood van de vader ging de voogdijschap over op het meest naaste mannelijk familielid, soms, maar lang niet altijd, hun echtgenoot. Deze voogd moest in principe toestemming geven voor allerlei handelingen die vrouwen wilden verrichten zoals het aanvaarden van een erfenis, het opstellen van een testament of het aangaan van contractuele verplichtingen. Pas eind derde/begin vierde eeuw, onder keizer Diocletianus, werd deze voogdijschap over vrouwen afgeschaft.

In de praktijk

Overigens was de praktijk heel wat weerbarstiger dan de wetgeving deed vermoeden. Allerlei bepalingen beschermden de vrouwen enigszins tegen willekeur van hun voogd. Zo konden zij, als de voogd hen toestemming om bepaalde handelingen te kunnen verrichten onthield, die toestemming bij de magistratuur afdwingen. Ze konden zelfs vragen om een andere voogd. Sommige vrouwen trokken zich überhaupt niets aan van een voogd en gingen geheel eigenmachtig hun eigen gang, zoals de puissant rijke Terentia, de (ex-)vrouw van Cicero. Onder keizer Augustus hadden vrouwen die drie kinderen gebaard het recht om van haar voogd verlost te worden: het Jus Liberorum. Door het baren van drie kinderen was ze haar verplichtingen aan Rome  nagekomen en had ze bewezen een verantwoord handelend wezen te zijn.

Microkrediet

Om de hen opgelegde beperkingen te omzeilen ontwikkelden vrouwen onderling  een systeem  dat trekjes vertoont van het huidige microkrediet concept. Voor het aan elkaar lenen van geld was geen toestemming van de voogd of de autoriteiten nodig. Vrouwen konden elkaar kleine bedragen lenen met als onderpand persoonlijke bezittingen als juwelen. Deze leningen stelden vrouwen in staat een bedrijfje op te zetten of in de handel te gaan. Vrouwen stonden bijvoorbeeld aan het hoofd van scheepstransportondernemingen. Ze hielden zich bezig met de productie van kleding en schoeisel. Sommige vrouwen handelden in luxegoederen en voedingsmiddelen. Anderen leidden een bestaan als herbergierster.

Deze economische activiteiten van vrouwen waren natuurlijk ook het gevolg van het feit dat mannen vaak langdurig afwezig waren op militaire campagnes. En er waren veel weduwen in Rome. Lazaro heeft bewijzen van het bestaan van dit Romeinse microkredietsysteem gevonden in verschillende bronnen, literaire geschriften, inscripties en opschriften. Zo blijkt uit een in Pompeii gevonden opschrift dat ene Faustilla geld uitleende tegen een rente van 6,25%.

Geen opmerkingen: