Ooit lag Tibet op de bodem van een zee, de Thetyszee, totdat het los drijvende India tegen het Aziatische continent botste en de Himalaya ontstond. “Lang geleden lag Tibet op de bodem van de zee, die zich dankzij Chenresig, de bodhisattva van het medelijden, terugtrok en een gebied achterliet omringd door hoge bergen”, vertelt een Tibetaanse legende. Tibet is met een gemiddelde ver boven de 4000 meter het hoogste gebied op aarde, het ‘dak van de wereld’. Het land ligt zeer geïsoleerd door de afscherming van hoge bergketens in het westen, noorden en zuiden. In het noordoosten bevindt zich een oud, afgesleten gebergte met stukken subtropische wouden, waar de grote Aziatische rivieren de Salween, de Mekong en de Yangtse ontspringen.
Invloeden
De meeste van de 3 miljoen bewoners leven in de zuidelijke valleien, waar de belangrijkste steden zich bevinden: Lhasa, Shigatese en Gyantse. De hoofdstad Lhasa telt tegenwoordig zo’n 350.000 inwoners. De Tibetaanse cultuur kent veel invloeden uit de beschavingen van India en China. Uit India kwamen vooral het Boeddhisme, ideeën van moraliteit en literatuur. Chinese invloeden zijn onder meer te zien in kleding- en eetgewoonten. Het Lamaïsme, een vorm van Boeddhisme, is er de dominante religie.
1911: onafhankelijkheid
Na de Chinese revolutie van 1911, waarbij China een republiek werd, verklaarde Tibet zich onafhankelijk. In de jaren daarvoor was Tibet een soort vazalstaat van de Chinese keizer. De Tibetanen betaalden geen belasting en de regio werd nooit militair bezet. In de praktijk had men veel autonomie. In de periode dat wereldwijd natie-staten vaste vorm kregen, trad ook Tibet als een onafhankelijke nieuwe staat op, nadat het keizerrijk uiteen viel. Om het land heen bevonden zich nu de Republiek van China, de Russen in het noorden en de Britten in India.
Dertiende Dalai Lama
Begin twintigste eeuw begon de dertiende Dalai Lama zijn land te moderniseren, maar dit stuitte op hevige weerstand van de conservatieve monastieke bureaucratie en de Panchen Lama, een andere hooggeplaatste geestelijke. De Panchen Lama vertrok uiteindelijk in 1913 naar China, om daar in ballingschap te leven. Hiermee kwam de lijn der Panchen Lama’s onder grote Chinese invloed te staan, en wordt de Panchen Lama tegenwoordig door veel Tibetanen als verrader beschouwd. Door de goede contacten met de Britten in India kwamen allerlei vernieuwingen het land binnen: glazen ramen, beton, ziekenhuizen.
'Bevrijding' van Tibet
China liet ondertussen haar oog vallen op Tibet. Wat een rol speelde was de minerale en natuurlijke rijkdom van de regio, maar vooral ook de strategische ligging ten opzichte van Rusland, India en andere westelijke landen. De Chinese aanspraak op Tibet werd ineens acuut na de communistische revolutie van 1949. Dictator Mao Zedong beschouwde Tibet als onderdeel van China. In Tibet liep de vrees hoog op en begon men de legers al te trainen; een invasie lag op de loer. De Dalai Lama zocht tevergeefs politieke steun bij andere landen. In China propageerde men onderhand dat het Tibet zou ‘bevrijden’. Op zeven november 1950 deden de Tibetanen nog een beroep op de Verenigde Naties, zonder resultaat.
Invasie
Het Rode Leger van China stuitte op weinig weerstand. Deze militaire overmacht en de onverschilligheid op internationaal niveau, maakte dat de Tibetaanse regering geheel machteloos stond. In een zeventien punten verdrag stond dat Tibet politieke autonome behield en de eigen religie mocht beoefenen, maar dat het gebied wel onder leiding stond van Beijing. Ook begonnen de Chinezen de Marxistische filosofie te verspreidden en probeerden ze traditionele structuren te doorbreken (‘verdeel en heers socialisme’). Ondanks alle inspanningen bleef een groot deel van de bevolking loyaal aan de Dalai Lama.
Het Rode Leger marcheert Tibet binnen. |
Er ontstond in 1952-1953 een protestbeweging, de Minang. Het leverde niets op; integendeel: in 1954 kreeg China een nieuwe grondwet en veranderde de autonome status van Tibet. Er werd een bevolkingspolitiek op poten gezet, waardoor miljoenen Han-Chinezen naar Tibet werden gestuurd om de Tibetaanse cultuur te verdrijven. In vele opzichten was er sprake van een culturele genocide, nog voor de Culturele Revolutie van de jaren zestig. Het begon steeds meer te roeren in Tibet. Massa-demonstraties, onrust en verwarring beheerste Lhasa en omgeving. De veertiende Dalai Lama werd in maart 1959 uitgenodigd door Chinese leiders voor een manifestatie, na zijn slagen als doctor in de metafysica.
Tanks en artillerie
Op deze dag ontstond er hevige rebellie onder de bevolking, omdat de Tibetanen meenden dat de Dalai Lama ontvoerd zou gaan worden. De Chinezen openden toen de aanval; duizenden Tibetanen lieten het leven. Er werd op monniken en opstandelingen geschoten met tanks en artillerie. De Dalai Lama brak direct met het zeventien punten verdrag en vluchtte naar India. Hoewel hij gewelddadig verzet afkeurde, zocht hij op allerlei manieren steun voor een autonoom Tibet. Tot op de dag van vandaag leeft de man in ballingschap in India.
Huidige situatie
Internationaal gezien groeide de aandacht voor Tibet, mede dankzij het gewaardeerde optreden van de Dalai Lama. De belangstelling voor de cultuur is groot, evenals de zorgen over de mensenrechten. Politiek gezien is er echter weinig beweging. Dit valt grotendeels te verklaren uit de angst voor China als internationale grootmacht. Zo wilde premier Balkenende de Dalai Lama in 2009 niet ontvangen. In een brief van minister Verhagen stond dat het “een onverantwoord risico inhoudt voor de goede betrekkingen met China”. Een oplossing voor de Tibetaanse kwestie laat nog lang op zich wachten. Ondertussen smacht het Tibetaanse volk naar de terugkeer van de veertiende Dalai Lama.
1 opmerking:
Juist wanneer het leek alsof het niet erger kon...
Een reactie posten